Hek

Wie laat je binnenkomen

Stel je voor dat je in een prachtig huis woont, omgeven door een mooi stevig hek. Neem even de tijd om je dit huis goed in te beelden: de ligging, de kamers en inrichting.
Kijk ook eens goed naar het hek. Het is zo hoog en stevig dat niemand er ongevraagd doorheen kan. Waar is het van gemaakt? Welke kleur heeft het?

Ga dan naar de opening van het hek. Jij bent de poortwachter, jij bepaalt wie binnenkomt en wie niet. Je mag iedereen uitnodigen die je wilt en iedereen buiten laten staan die je niet in je huis wilt hebben. Je hoeft hiervoor geen enkele reden op te geven. Het is jouw huis en jij bepaalt wie er in mag.
Ervaar hoe het is om die macht te hebben. Misschien vind je het wat ongemakkelijk maar dan kan je bedenken dat niemand weet wat jij nu visualiseert.

Merk de gezichten op van degenen die jij binnenlaat en buitenlaat. Kijk naar de reacties van de mensen die je geaccepteerd en geweigerd heb en let op hoe jij op hun reacties reageert. Hoe voelt het om baas te zijn van je eigen huis, zelfs al willen mensen naar binnen komen?

Stel je je nu voor dat je hebt besloten om alleen die mensen binnen te laten die vriendelijk voor je zijn en rekening houden met jouw gevoelens. Als iemand is binnengekomen en naar tegen je gaat doen moet hij direct vertrekken. Hij kan pas terugkomen als hij aardig tegen je doet. Misschien tref je mensen die eerst heel aardig doen en dan vervelend tegen je doen zodra ze binnen zijn. Je zet ze de deur uit en je mag beslissen om die personen helemaal niet meer binnen te laten.

Probeer deze oefening een kwartier lang te doen. Als je lekker erin zit hoef jij niet meer te bedenken wie aan de deur komen, dat gaat dan vanzelf gebeuren.

Maak aantekeningen van wat je hebt opgemerkt. Kwamen er personen die je altijd toelaat terwijl je dat eigenlijk niet fijn vindt? Hoe is het om kordaat Nee te zeggen zonder opgaaf van redenen?